Deze kosterszoon uit Deerlijk kreeg tussen 1853 en 1860 op het Klein Seminarie van Roeselare het literaire en flamingante vuur mee, onder andere van Guido Gezelle. Na het beëindigen van priesterstudies in Brugge was hij korte tijd leraar in die stad. Tussen 1867 en 1877 was hij 10 jaar lang op het Roeselaars Klein Seminarie de eminente leerkracht die vele Vlaamse voormannen vormde zoals Albrecht Rodenbach. In 1872 hield hij in ‘Het Paradijs’ aan de Ooststraat zijn beroemde rede ‘Eertijds heeft er een volk bestaan…’ Een onvervalst pleidooi voor ontvoogding en autonomie van Vlaanderen. Hij stond mee aan de wieg van de Blauwvoeterie, de radicale Vlaamse jongerenbeweging met de slogan ‘Vliegt de Blauwvoet, storm op zee!’ Na Roeselare was hij achtereenvolgens directeur van het klooster van Heule, principaal van het college van Ieper, pastoor te Wakken en te Ingooigem waar hij overleed. Verriest ijverde voor het gebruik van Algemeen Nederlands en maakte faam als redenaar, schrijver en bezieler van militante Vlaamse verenigingen en tijdschriften.
Meer dan honderd straten, lanen en pleinen werden in Vlaanderen en Nederland naar Verriest vernoemd.