ALICANTE. 24 oktober 2019 zal een bijzondere plaats innemen in de geschiedenis van Spanje. Op die dag werden de stoffelijke resten van Francisco Franco weggehaald uit de basiliek van de Valle de los Caídos, een basiliek die hij zelf liet bouwen door krijgsgevangenen en waar hij in 1975 begraven werd. Meer dan veertig jaar later werd het stoffelijk overschot naar een andere plaats overgebracht, na maanden van politieke spanning en juridische schermutselingen tussen de regering en de familie van Franco. Volgens de regering was de democratie nu pas helemaal hersteld. Een van de laatste resten van het ‘Franquismo’ was verwijderd. De ‘Wet op de Historische Herinnering’ heeft dus een grote stap gezet, een wet die toelaat dat in Spanje alle herinneringen aan Franco en zijn dictatuur worden verwijderd. Gedenkplaten, straatnamen, monumenten… alles wat aan de dictatuur herinnert moet verdwijnen.
In de provincie Alicante blijven er echter nog vele plaatsen die herinneren aan de opstand van 1936 en aan het Franco-regime. In de provinciehoofdstad zelf werd volgens het gemeentebestuur alles netjes ‘schoon gemaakt’. Maar de Banco de España bewaart nog een raam waar de arend van de pre-democratische vlag in verwerkt is. De bank verklaart dat het gaat om een ‘exemplaar van artistieke waarde uit de eerste helft van vorige eeuw’ en dat het verwijderen een ‘aanslag zou zijn tegen het geheel van een historisch gebouw’. De stad zelf heeft ook nog platen aan de ingangen van sociale woningen uit de tijd van Franco, gebouwd tussen de jaren 1950 en 1960, iets wat op vele andere plaatsen in de provincie ook nog het geval is.
In de Club Náutico van Torrevieja blijft nog een gedenkplaat die er op wijst dat Franco erevoorzitter is van die club. Hoewel de club een privékarakter heeft, hangt de concessie af van de Valenciaanse regering.
In Jávea bewaart men in de tuin van Loreto, in het oude centrum, een stenen baldakijn boven op het kruis van de slachtoffers uit 1949. Dit baldakijn vertoont de arend en de pijlen uit de Francotijd. Het gemeentebestuur stemde wel de verwijdering, maar die is nog niet gebeurd.
In Poble Nou de Benitatxell heeft de dictator nog steeds de titel van ereburger van het dorp en dit sedert 1 april 1940. Het gemeentebestuur heeft besloten om bij de volgende vergadering die titel af te schaffen.
Andere plaatsen hebben de ‘Ley de Memoria Histórica’ goed opgevolgd. In Sax werd Franco postuum ontheven van de titel van ereburger in 2016. In Hondón de los Frailes werd de arend op het stenen kruis tegenover het gemeentehuis verborgen onder gips.
In vele dorpen blijven nog herinneringen aan Franco omdat een bepaald monument beschouwd wordt als een artistiek erfgoed, iets wat voorzien is in de Wet voor Historische Herinnering. In de stad Alicante is dit het geval met het ‘cruz a los caídos’ in de Avenida Doctor Gadea, dat door de eerste burgemeester van de stad na de dictatuur, José Luis Lassaletta, werd gewijzigd. Namelijk werd de inscriptie veranderd in «a todos los hombres y mujeres que murieron en defensa de sus ideales». En bij de vijf zuilen in Aguamarga werden alleen het schild en de pijlen verwijderd.
Er zijn echter nog andere, maar verborgen, overblijfselen. In de provincie Alicante bevinden zich 77 massagraven van slachtoffers van de Burgeroorlog en de dictatuur. Enkele daarvan werden reeds geopend, maar de meeste wachten nog op onderzoek en toelatingen van de familie. Daar is men nu administratief volop mee bezig om de familieleden de kans te geven voor een waardige rustplaats te zorgen.
Foto placa: Plaat van de Vivienda Protección Oficial in Alicante. Foto Escudo: Het schild in de tuin van Loreto in Jávea.