Vertegenwoordiger Vlaamse Regering in Madrid
VIW: Kan u zich even voorstellen?
Ik ben geboren in Gent, maar heb hoofdzakelijk in Brussel gewoond. Sinds 1993 woon ik niet meer in Vlaanderen. Mijn vorige jobs, in een andere sector dan de overheid, speelden zich ook in het buitenland af – Amsterdam, Rome, Frankfurt, Berlijn. Ik heb daar een apart gevoel aan overgehouden over wat het nu juist is Vlaming te zijn: voor mij is dat iemand die altijd aan een bredere context denkt, de meertaligheid, de europese dimensie. We zijn de meest genetwerkte zone van Europa, een kruispunt.
VIW: U bent dus vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering in Spanje? Wat houdt dat precies in?
Dat is het gewone, klassieke werk van de diplomaat, een ambtenaar die goed luistert en contacten legt, en verbanden ziet. Of die ontwikkelt. De
Vlaamse regering bekend en toegankelijk maken. Voor mij is dat allemaal handwerk – van managementtheorie, deskundige praatjes en schema’s met
pijltjes en labels, heb ik niet zo’n hoge pet op. Vragen en horen, en soms, zagen en boren.
VIW: Wat was uw vorige bestemming? Welke verschillen vallen u vooral op t.o.v. Spanje?
Ik was voorheen op post in ambtsgebied Wenen, en daar horen Boedapest en Praag ook bij. Een prachtige zone om te werken. En als muziekliefhebber
was Wenen voor mij natuurlijk een geschenk. Dat hele gebied is zeer doordrongen van de Europese klassieke cultuur: de roman, de symfonie, het strijkkwartet. Het is nog te vroeg om een zinvolle vergelijking met Spanje te maken. Hier vind ik vooral de vis en de rode wijn beter…
VIW: Waarin verschilt uw takenpakket met dit van een Ambassadeur? Dreigen jullie niet dikwijls in elkaars vaarwater te komen?
Dat is nergens nodig voor, daar bestaan goede afspraken over. Op papier dan toch. Het blijft natuurlijk mensenwerk, en ijdel zijn we allemaal, ik
misschien nog het meest. De ervaring leert dat die samenwerking zeer vruchtbaar kan zijn. De verdeling van de bevoegdheden is niet moeilijk om te begrijpen. Justitie, consulaire taken, is niet voor ons. Bij onderwijs, innovatie, erfgoed, kunst en cultuur bij voorbeeld, heeft de ambassade niets te zoeken. Dat is onze taak, en we hebben er het budget voor. Dat helpt soms.
VIW: Hoe ziet een gewone werkdag er voor u uit?
Ik heb twee soorten gewone werkdagen: de ene speelt zich af in ergens een andere Spaanse stad dan Madrid, waar ik dan op één dag vier, vijf, zes
afspraken heb, gesprekken, conferenties, gevolgd of voorafgegaan door veel uren in de trein. De andere werkdag is een volle dag op kantoor waar
je je langzaam door een stapel papieren heen werkt, met af en toe, een bezoeker. Het is haastig eekhoorntje, of langzaam kauwende kever.
VIW: Ik veronderstel dat elke vertegenwoordiger zijn eigen accenten legt in zijn beleid. Klopt dat? Hebt u bewegingsvrijheid?
Ja zeker, je kan de dingen wat sturen, maar hoofdzaak blijft toch dat je doet waar de Vlaamse Regering baat bij heeft. En je mag de politieke actualiteit natuurlijk niet verwaarlozen. Op dat punt is Spanje, vandaag, natuurlijk de allerbeste plek om dit vak uit te oefenen: de nood aan vernieuwing is hier niet te overzien. En misschien gaan ze wel naar een staatshervorming zoals wij die hadden.
Wat ik heel erg verwaarloosd vind is de aandacht voor Vlaanderen als een land van innovatie, wetenschap, nieuwe technologie, de slimme koppen – in
de industrie, maar natuurlijk ook in de kunst. Wij zijn de erfgenamen van Vesalius, Mercator, Plantijn. Een voorzichtig woordje van kritiek: Vlaanderen hecht te veel waarde aan zijn clichés – bier, frieten, chocolade. Meer professor Barabas, Gobelijn en Zonneboem. Minder Lamme Goedzak.
En detective van Zwam, die moet er ook bij.
VIW: Is onderwijs in het Nederlands in Spanje een belangrijk item voor u?
Absoluut. Onderwijs van het Nederlands en onderwijs in het Nederlands. Samen met de Nederlanders hebben wij een taal van 23 miljoen mensen, dat is meer dan de Noren, Zweden en Denen samen, alstublieft. Omgekeerd baart de achteruitgang van het Duits in Vlaanderen mij grote zorgen.
VIW: Ander stokpaardje zijn Vlamingen die in de loop der jaren een belangrijke rol gespeeld hebben in de geschiedenis van Spanje, nietwaar?
De geschiedenis leert dat de vijftiende-zestiende eeuw – waarin Vlaanderen, Spanje en Italië met elkaar verbonden waren – zeer bepalend zijn geweest voor Europa. Laten we daar, met bescheidenheid, maar vooral met nieuwsgierigheid, niet de ogen voor sluiten. Een bezoekje aan het Escorial, of de Capila Real in Granada, dan weet je het toch. Vlaanderen is vooral dan goed, als het niet te kleintjes bezig is en internationale partners mee heeft.
VIW: Was Spanje uw eerste keuze qua bestemming? Welke bestemming staat zeker nog op uw verlanglijstje?
Als relatieve beginneling moet je nemen wat je op je bord krijgt. Zoals ik al zei – Spanje is politiek cruciaal voor Europa en absoluut niet tweederangs,
daar bestaan in Vlaanderen soms misverstanden over. Maar eerlijk gezegd zou ik heel graag ooit eens op post zijn in een wereldstad waar we vanaf
nul moeten starten – Seoul, Istanbul, Hanoi.
VIW: Wat hoopt u te verwezenlijken tijdens uw periode in Madrid?
Een stap vooruit bij onderwijs, leefmilieu, wetenschap en kunsten. En een blijvende verbetering van het aanzien van onze regio als motor van vernieuwing. En natuurlijk, paella leren koken en alles van Borges, Fuentes en Onetti kunnen lezen in het origineel.
VIW: Hoe ziet het leven buiten de diplomatie er voor u uit?
Goed leren koken en veel lezen, zoals ik al zei. En koffiekletsen met mijn buurvrouwen Pilar en Fabiola, die alles weten, alles, van Maxima, en ik
slaag er niet in hen duidelijk te maken dat die niet van ons is.
VIW: Wordt uw taak beïnvloed door de politieke situatie in België?
Te weinig. Misschien schrik je van mijn antwoord, maar daar kunnen we nog eens over doordenken. De werkelijk interessante vraagstukken zijn internationaal.
VIW: Hoe ziet u het netwerk van Vlaamse Huizen evolueren? Zal het verder uitbreiden of eerder inkrimpen zoals met de Ambassades en Consulaten aan het gebeuren is?
Het Vlaamse netwerk gaat zeker uitbreiden. Minister-president Bourgeois laat daar nu een studie over maken. Ik voorspel dat we zowel in Scandinavië als Zuid-Oost Azië iets gaan starten.
VIW: Hoever loopt de situatie van Vlaanderen in België parallel met de situatie van Catalonië in Spanje?
Dat is delicaat. Ik wil – en mag – geen enkele uitspraak doen over wat de mensen hier als oplossing moeten bedenken. Wàt er ook uit de bus komt, en
zolang het democratisch en niet anti-Europees is, wij gaan verder werken met Madrid en Catalonië, want dat zijn Europese kernregio’s. Ons eigen
federale systeem heeft allerlei voordelen, ook al omdat we weten dat het kan worden aangepast. Hier hoor je vooral vertellen dat er behalve een status quo niets mogelijk is. Het lichtje aan het einde van de tunnel is uitgeschakeld. Dat is niet houdbaar.