Burgemeester Ana Sala van Calp bezocht enkele dagen geleden, in het gezelschap van de wethouder voor Cultuur, de beëindigde werkzaamheden in het archeologisch geheel Baños de la Reina (baden van de koningin). De laatste maanden werd er hard gewerkt om dit domein eindelijk open te kunnen stellen voor het publiek. Het is een van de belangrijkste archeologische resten van het Hispania Romana van de hele Spaanse oostkust.
Desondanks men tot op heden slechts 25 % van het gebied heeft opgegraven (een deel verdween onder het beton van flatgebouwen), is dit voldoende om de grootte van deze romeinse villae (stad) te ontwaren, die reeds 2000 jaar geleden bedeeld was met alle soorten luxe. Het uitgegraven waterbekken in de rotskust die voor de versheid van de vis dienden, gaven de naam aan deze enclave die tot op heden nog steeds gebruikt wordt.
Gedurende de eerste en de tweede eeuw na Chr. werden de eerste huizen gebouwd, een klein thermaal bad gekend als “termas de la Muntanyeta”, en een industrieel gebied waar in de rotsen een waterrat uitgegraven werd dat voor drinkwater diende. Op het einde van de derde eeuw bouwde men een weelderige villa met een ronde patio met een privé thermaal. Uiteindelijk, in de vijfde en zesde eeuw, werd deze plaats belangrijk voor de scheepvaart. Er zijn sporen die duiden op een christelijke cultuur door resten van een kleine kerk met een doopvont, een Grieks kruis en een aanpalende begraafplaats.
Tijdens de bouwwerkzaamheden in 1993 langs de kust ontdekte men de resten van dit klein thermaal complex met een oppervlakte van 500 m², momenteel gekend als “las Termas de la Muntanyeta”.
Tijdens de opgravingen vond men verschillende waterbekkens zoals bvb een zwembekken voor koud water (frigidarium) bereikbaar via drie treden. Ook waren er diverse ovens die de temperatuur regelden in de warme (caldarium) en in de lauwe zalen (tepidarium). Het verwarmingssysteem werd ontwikkeld door romeinse ingenieurs en was gebaseerd op verhoogde vloeren opgeheven op kolommen van steen (pilae) en muren met luchtkamers gebouwd met de hulp van keramische buizen (tubuli) die de warmtecirculatie vergemakkelijkte door de verschillende kamers en ze zo warm hielden.
Verbonden met deze ruimten bevond er zich een kamer met vloertegels in visgraadvorm (opus spicatum), ook vond men diverse andere complementaire zalen die voor tijdverdrijf dienden en rijkelijk met grijze marmer uit Algerije bekleed waren.
Het bestaan van enkele grote waterbassins in de zee, uitgehouwen in de zandrotsen bekend als “pedra tosca”, en in de volksmond “Baños de la Reina Mora” genoemd zijn voor de naam van deze archeologische enclave verantwoordelijk.
Het complex, uitgegraven aan dezelfde kust is gevormd door een groot rechthoekig depot van in totaal 165 m². Het binnengedeelte was door muren van natuursteen onderverdeeld, om plaats te geven aan 6 waterbekkens die door een opening met elkaar verbonden waren. De ingang van het zeewater verliep via 4 kanalen die ook uitgegraven zijn en die de circulatie tussen alle waterbekken toelieten. Deze kanalen kon men sluiten door sluisdeuren, wat de stroom van water en ook het stilstaan van het water regelde en alzo het ontsnappen van de vis uitsloot.
Het bezoek gaat vergezeld met verklarende panelen en weldra zal de opening plaats vinden. Een toeristische attractie meer voor Calp.