Wandelen tussen mausolea, pantheons en kruisen of vervallen monumenten. In vele grote steden is het ondertussen een toeristische attractie, het geleid bezoek aan een kerkhof, een soort toerisme dat ondertussen ook in de provincie Alicante meer en meer de kop opsteekt. Vooral in het gewest Marina Baixa zijn er enkele kerkhoven die de moeite lonen om eens een bezoek te brengen, zoals de van Polop, Guadalest en Sella. Niet om grote monumenten te zien, maar om de intimiteit.
Bijvoorbeeld het oude kerkhof van Polop, waar de schrijver Gabriel Miró een geschreven handleiding heeft gekregen en waar de ligging – op het wapenplein van het ondertussen verdwenen kasteel – een geweldig uitzicht biedt over de omgeving.
Dit bezoek aan begraafplaatsen, hier het necroturismo genoemd, is traditioneel geworden in heel Europa, maar bestaat nog niet zo heel lang in Spanje. Maar steeds meer gemeenten maken publiciteit voor hun kerkhoven. In Alcoi zijn er geleide bezoeken en vertelt een gids de geschiedenis van de pantheons en graven, maar de kleinere begraafplaatsen hebben ook hun geschiedenis en trekken toeristen aan.
Zoals aangehaald is een van de merkwaardigste te vinden in Polop, een buurdorp van La Nucía, ondertussen bezocht door duizenden nieuwsgierigen. In de jaren ’50 werd dit oude kerkhof opgegeven, maar nu is het een van de bijzonderste attracties van het dorp. Alleen de weg er naar toe is al uitzonderlijk, de heuvel op langs een herstelde calvarieweg tussen cipressen en langs een oud waterreservoir dat ondertussen werd omgebouwd tot bar. In 2013 ging men over tot het restaureren van een deel van de nissen. Op deze heuvel stond eerst een moors kasteel, waarvan nog povere resten te vinden zijn, al heeft men een stuk van de muur en een toren opnieuw opgetrokken in beton, een doorn in het oog voor wie de nostalgische geschiedenis wil laten herleven. Tijdens de wandeling door het kleine domein wordt men vergezeld door zinnen van Gabriel Miró die het kerkhof in een van zijn boeken vermeldt.
In Guadalest moet men ook naar het hoogste punt van wat eens het moorse kasteel was. Via het historische Casa Orduña gaat het naar boven en ook hier vindt men een combinatie van intimiteit en uitzicht op een en dezelfde plek. Vanwege de ligging van het arendsnest is het uitzicht hier nog veel indrukwekkender dan in Polop. Het kerkhof is in twee verdeeld: waar het mogelijk was om te begraven zien we de oude ijzeren kruisen, maar er is ook een stuk met nissen en wat ons hier in de eerste plaats verbaast is de hoge leeftijd die de meeste inwoners van Guadalest bereikt hebben.
Op deze plek, het hoogste deel van het kasteel, begon men te begraven vanaf 1900. Koning Carlos III verbood in 1787 begrafenissen in kerken, behalve voor prelaten en religieuzen en het is vanaf toen dat men in Guadalest die verheven plek koos.
Ook beslist een bezoek waard is het kerkhof van Sella. Dit dorp ligt aan de voet van de Sierra de Aitana en doorkruist men als men van Benidorm de berg op rijdt. Het is een klein kerkhof met ook al een uitzicht, want eenmaal binnen ziet men rondom alleen maar bergen. Het kerkhof ligt langs de aangeduide waterwandeling, de Ruta del Agua. Ook al vanwege de ligging is het kerkhof van het bergdorp Tárbena interessant. Maar steeds meer wandelaars die langs een kerkhof passeren lopen er naar binnen. Vooral na Allerheiligen, als overal verse bloemen worden gezet, kan men genieten van die bloemenweelde. Het ogenblik voor een bezoek is dus aangebroken.
