17 augustus 2015. Voor velen wellicht een dag zoals een andere, laat staan dat iemand er aan gedacht zal hebben dat op die dag de Europese Erfrechtverordening in werking is getreden.
Nochtans zijn de gevolgen van de inwerkingtreding van deze Richtlijn, die van toepassing is op nalatenschappen die zijn opengevallen sinds 17 augustus 2015, in bepaalde situaties niet gering.
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat voor landgenoten die in Spanje resideren niet langer het Belgische Erfrecht van toepassing is op hun nalatenschap maar sinds 17 augustus 2015 bij hun overlijden hun nalatenschap onderworpen zal worden aan het Spaanse Erfrecht. Ontstaat er na het overlijden discussie tussen de erfgenamen dan zal de uitkomst ervan door een Spaanse Rechter voor een Spaanse Rechtbank worden beslecht.
Personen die al een successieplanning hebben uitgewerkt doen er bijgevolg goed aan deze eens onder de loep te nemen, voor degenen die hier nog niet aan hebben gedacht wellicht het moment om hier even bij stil te staan. Maar laat ons starten bij het begin.
De Europese Erfrechtverordening heeft tot doel om de belemmeringen weg te nemen die men voor de inwerkingtreding ondervond bij internationale afwikkelingen van nalatenschappen. Zo wordt ondermeer met deze Verordening bepaald welk erfrecht van toepassing is op de vererving en afwikkeling van een nalatenschap en welke rechter bevoegd is voor geschillen. Bovendien wordt met de invoering van de Europese erfrechtverklaring een éénvoudig alternatief geboden voor de al bestaande nationale instrumenten met een soortgelijke functie. Voorheen diende men het Internationaal Privaat Recht te onderzoeken in elk land dat bij het openvallen van een nalatenschap betrokken was. Bij het overlijden van een Belgisch resident met goederen in Spanje of een Spaans resident met goederen in België diende men derhalve zowel de regels van het Internationale Private Recht in Spanje als deze in België te consulteren om op basis daarvan te bepalen of het Spaanse of Belgische erfrecht van toepassing was. Met deze Verordening wordt één gezamenlijke regelgeving ingevoerd.
Fiscaal is er niets voorzien. Dit betekent dat Spanje en België (in casu de regio’s en de gewesten) nog steeds zelf bepalen welke successierechten verschuldigd zijn. Het Erfrecht bepaalt immers enkel wie gerechtigd is de goederen die in de nalatenschap vallen te ontvangen.
De hoofdregel bepaalt dat het Erfrecht van toepassing is van de laatste gewone verblijfplaats van de persoon die is overleden. Stel uw vader (Belgische nationaliteit) is resident in Spanje en komt te overlijden, dan is het Spaanse Erfrecht van toepassing. Wenst men dit te vermijden dan kan men een( beperkte) rechtskeuze maken om hiervan af te wijken. Zo kon vader opteren voor het Belgische erfrecht, op voorwaarde dat hij tijdens zijn leven hiervoor de nodige actie heeft ondernomen.
Of het opportuun is of uw vader ook effectief die keuze heeft gemaakt zal afhankelijk zijn van het gegeven wie hij na zijn overlijden het meeste wenst te bevoordelen of te beschermen (alle kinderen, één of meerdere van de kinderen, langstlevende echtgenote of samenwonende, partner uit een tweede huwelijk, kinderen uit een vorig huwelijk, derden,….)
Kortom, u terdege laten adviseren bij iemand die de kennis heeft van het Spaanse en Belgische erfrecht is wellicht geen overbodige luxe. Bovendien moet men rekening houden met andere rechtstakken in beide landen zoals het huwelijksvermogensrecht, samenlevingsrecht, …die eveneens de afwikkeling van de nalatenschap kunnen beïnvloeden.
Tijdens het seminarie op de Vlaamse dag van 24 oktober wordt alvast een tipje van de sluier opgelicht en wordt u de mogelijkheid geboden om na het seminarie nog advies in te winnen omtrent uw persoonlijke situatie.
Dany De Decker / Natalie Meersman
Baker Tilly Belgium