In heel Spanje is er een nijpend tekort aan kelners en de Costa Blanca maakt daarop geen uitzondering, ook al heeft men hier en daar al kelnerrobots ingeschakeld. Dat mondt uit in het sluiten van shiften deze zomer bij enkele grote bars en restaurants in de provincie Alicante.
Voor het ministerie van Arbeid ligt de oplossing op een gemakkelijke plaats: meer loon voor deze sector. Maar dat viel niet in goede aarde van de horecabedrijven, die er op wijzen dat het probleem niet in de lonen zit. “Het probleem is niet de verdienste. Het loon van een kelner in Benidorm ligt rond de 1200 euro per maand netto en bovendien zijn er vele fooien, vooral van de Engelsen. Dat betekent ook rond de 300 euro extra per maand” zegt Alex Fratini, woordvoerder van de Asociación de Bares, Restaurantes y Cafeterías de Benidorm (Abreca). Fratini schat dat in Benidorm ongeveer zesduizend kelners meer nodig heeft tegen de zomer.
In dezelfde lijn spreekt men ook bij de Vereniging van Restaurants in Alicante (ARA). “Het probleem moet ontleed worden op lange termijn. Wat het ministerie zegt over de lonen is een leugen.” Zo verklaart César Anca, de voorzitter van de vereniging. “De meeste kelners worden goed betaald en hebben veel extra aan fooien.”
Mar Valera, woordvoerder van de Provinciale Vereniging van de Horeca, ziet het ook wel anders. “Enerzijds zijn er veel mensen die niet willen werken voor een hoger loon dan een uitkering, vooral in de weekends of op feestdagen. Anderzijds is het moeilijk om geschoold personeel te vinden.”
Maar allen zijn ze het er over eens dat dit gebrek aan personeel tot gevolg heeft dat men minder uren kan open blijven. Men moet het stellen met wat men heeft. Het gevolg zag men al tijdens de Goede Week met de vroegere sluiting van enkele zaken wegens gebrek aan personeel. “Als men in de weekends geen personeel heeft, moet men wel sluiten” zegt Valera.
Maar ook de kelners zelf hebben hun visie. Volgens hen ligt het probleem niet bij het loon, maar bij het feit dat men meer uren moet presteren dan in het contract staat. Een van de kelners zegt dat men vaak 12 uur op de been staat en dat het niet alleen gaat om ongeschoold personeel, maar ook om ongeschoolde’ bedrijfsleiders, die geen idee hebben van de organisatie. Dit laatste wordt gesteund door de vakbonden.
De voorzitter van ARA meent dat er wel een onderscheid moet worden gemaakt wat betreft de kwaliteiten van de kelner.
“Een geschoolde kelner die bovendien meerdere talen spreekt, is waardevoller dan iemand die denkt dat het beroep van kelner een gemakkelijke taak is die iedereen aan kan. Dat verschil is natuurlijk duidelijk waarneembaar en heeft zijn waarde voor het bedrijf. Het probleem is dat voor de vakbonden een kelner een kelner is. maar voor de zaak ligt dat wel helemaal anders. Er zijn zaken die geen andere mogelijkheid hebben dan hoe dan ook personeel aan te nemen om te blijven draaien. Stuntels die nog nooit hebben opgediend zouden dan even veel betaald moeten krijgen als geschoold personeel. Dat kan toch niet!”
En hetzelfde gebeurt met de koks en kokkinnen, waar men nog nauwlettender moet toekijken op de kwaliteit en de behendigheid. Vooral in de zomer zijn er een massa jongeren die willen bij verdienen om hun studies te betalen of om wat extra te verdienen. Maar die jongens of meisjes hebben geen idee waar ze aan beginnen en meestal geeft een groot deel het al op na enkele weken. Het probleem lijkt dus nog niet zo snel opgelost en de vakantiemaanden naderen snel.
