ALICANTE. Afgelopen week bracht Ximo Puig, president van de Valenciaanse regering, een uitgebreid bezoek aan de provincie Alicante om de belangrijkste producten uit de provincie te leren kennen. Niet de algemeen bekendste, want dat in Alicante olijven, amandelen en sinaasappelen worden geoogst, wist hij al wel.
Maar hij maakte met een uitgestippelde route ook persoonlijk kennis met een industrie die minder bekend is bij toeristen, maar in Spanje wel klinkt. Hij bezocht een turronfabriek in Jijona, het speelgoedmuseum in Ibi, de chocoladefabriek in Villajoyosa en het poppenmuseum in Onil. Het zijn vier plaatsen die in Spanje op zeker ogenblik heel bekend waren – en nog zijn – voor het vervaardigen van hun producten.
Ondertussen kennen al vele toeristen de turrón, de lekkernij die in Spanje onverbrekelijk bij een kerstdiner hoort. Het is gemaakt met suiker, honing, amandelen uit de streek en ei. Sinds de middeleeuwen wordt in Jijona turrón gemaakt. Het was zelfs de belangrijkste handel van de stad . Het is nog steeds overal in de stad te koop. Maar ook in alle warenhuizen van de Valencia regio. Er is ook een turronmuseum dat door de president werd bezocht. Hij kreeg uitgebreide uitleg over de vervaardiging en de geschiedenis van de turrón.
Een van de beste chocolatiers kan worden gevonden in de provincie Alicante. Een bijzonder daguitstapje is een bezoek aan het Valor museum in Villajoyosa. Tijdens een bezoek aan het chocolademuseum leert men alles over de geschiedenis van deze chocolade, krijgt men een rondleiding door de chocoladefabriek en eindigt men bij de winkel om de chocolade te proeven.
Het Valenciaans speelgoedmuseum staat natuurlijk in de Spaanse speelgoedstad Ibi, waar vanaf het begin van de negentiende eeuw de Spaanse speelgoedindustrie gevestigd was en ook hier werd het museum bezocht. Het is een van de meest bezochte musea van de Comunidad Valenciana met gemiddeld 22.000 bezoekers per jaar en het bevindt zich in de mythische fabrieken van de Gebroeders Payá, die nog de oude machines en materialen hebben bewaard en waar ze in 1902 hun eerste speelgoed fabriceerden.
Tenslotte eindigde het bezoek in het poppenmuseum van Onil, want die stad leefde vroeger hoofdzakelijk van het maken van poppen, waaronder enkele die in Spanje heel bekend werden, zoals Nancy en Mariquita Pñerez. Men ziet hier in totaal 1200 historische poppen uit de achttiende tot twintigste eeuw.
De rondleiding door de provincie vond plaats binnen het programma ‘El Nadal és Valencià’ (Kerstmis is Valenciaans) om de eigen producties en producten te promoten als cadeau bij de eindejaarsfeesten. Puig verklaarde dat hij die streekproducten ‘van hoge kwaliteit’ zal promoten bij elke gelegenheid, net zoals de granaatappels van Elche, de druiven van de Vinalopó of de artisjokken van de Vega Baja.
Bron: Hallo Weekblad, met dank aan Max Ruffi
