Het grootste Byzantijnse necrópolis van heel het Iberisch Schiereiland legt men bloot op het grondgebied van Rojales en wel op de Cabezo del Molino, zo verklaart de archeologe van het provinciaal archeologisch museum (Marq) in Alicante, Teresa Ximénez. Het is bovendien het best bewaarde uit deze periode in de Spaanse geschiedenis uit de zesde en zevende eeuw.
De vijfde archeologische campagne van opgravingen werd zonet afgesloten, in samenwerking met de universiteit van León en het Instituut Max Plank Jena uit Duitsland.
Tijdens de laatste jaren heeft men hier ook sporen gevonden van een industrieel complex, wat de waarde nog vergroot, want de resten van de Byzantijnse beschaving zijn in Spanje schaars.
Na een onderzoek met scan schat men dat deze begraafplaats op de heuvel rond de 300 graven moet bevatten. Momenteel zijn er dertig bloot gelegd en heeft men vijftig lichamen gevonden van verschillende leeftijden en sekse. Daarnaast vond men juwelen, sieraden en keramiek uit die periode.
Alles geeft waardevolle informatie over de begrafenisrituelen en genetica. In enkele graven vond men meerdere skeletten en sommige waren afgedekt met stenen of pannen in aardewerk. Bij enkele vond men de inkerving XP, in het Grieks alfabet de anagram voor Christus. Het is een periode waarbij verassing in het christendom werd vervangen door begraven. Op de Cabezo del Molino werden de lichamen begraven in graven die werden uitgehakt in de rotsen, met het hoofd naar het westen gekeerd. Dit was de eerste eeuwen van het christendom de gewoonte: in het westen ging de zon onder. Met andere woorden: was het voortbij. Omdat mensen van verschillende leeftijden samen werden begraven veronderstelt men dat in een bepaalde periode een epidemie heerste met vele sterfgevallen en familieleden samen werden begraven. Waarschijnlijk betrof het de Pest van Justianus, een van de hevigste pandemies uit de geschiedenis.
De bewoning van de Cabezo del Molino is vrij oud. Hier leefden al de Iberiërs en daarna de Romeinen, terwijl in de achtste eeuw de islamieten bezit namen van de streek.
De eerstvolgende drie jaar zullen de opgravingen worden voortgezet en hoopt men de resten van een dorp te vinden. Ondertussen bestaan er plannen om dit archeologisch park open te stellen voor het publiek, in samenwerking met het Marq, waar onder tussen alle gevonden materiaal aan een onderzoek wordt onderworpen.
Bron: Costa Blanca Nieuws